De cijfers liegen er niet om: in grootkeukens gaat veel voedsel verloren. Dat is ook het geval in het Heilig Hartziekenhuis in Ieper, althans tot vorig jaar. “In juni vorig jaar voerden we in onze grootkeuken een meeting uit en daaruit bleek dat er bij ons tot 200 kilogram aan voedsel per dag de vuilnisbak in werd gegooid, wat neerkomt op meer dan 73 ton per jaar”, zegt Hilde Cailliau, financieel directeur van het ziekenhuis. “We wilden daar iets aan doen en zetten een project op poten om de verspilling te verminderen.”

Brood en aardappelen

“Uit een analyse werd duidelijk dat soep een groot aandeel had in onze voedselverspilling”, aldus Mark Gleijm, diensthoofd keuken in het ziekenhuis. “Om dit te voorkomen hebben we recepten herbekeken, want het volstaat niet om zomaar een kleinere hoeveelheid van een bepaald ingrediënt te gebruiken. Verder hebben we ook de porties aangepast, want mensen kregen vaak hun soep niet op. Verder werd ook de aankoop van brood en aardappelen herbekeken.” De resultaten van de ingrepen spreken voor zich. “We konden de voedselverspilling halveren en besparen nu 81 kilogram per dag, wat neerkomt op 31 ton per jaar”, zegt Hilde Cailliau. “Financieel varen we er wel bij. De kost van 1 ton afval afkomstig van voedselverlies bedraagt namelijk al 85 euro, wat neerkomt op een besparing per jaar van maar liefst 2.635 euro.”

99 ton CO2

Ook in andere grootkeukens in de streek wordt voedselverspilling aangepakt. “Wat in een grootkeuken kan worden bespaard, kan als voorbeeld dienen voor bijvoorbeeld rusthuizen en scholen”,  zegt Iepers schepen Valentijn Despeghel (Vooruit). “Ook de horeca kan op dat vlak een inspanning doen. Naast minder afval en een financieel voordeel, helpen we de CO2-uitstoot te verminderen. Met dit project komen we aan 99 ton minder uitstoot.”

Het project ‘reductie van voedselverlies’ is een samenwerking tussen de stad Ieper en het Heilig Hartziekenhuis in ondersteuning van de provincie en Foodwin, het Europees innovatienetwerk rond voedselverlies.

Artikel van Christophe Maertens, voor hln.be